Voorwoord in dit boek±
´Ondergetekende heeft Giel Kessels leren kennen bij de Heemkundevereniging in Helden. Beiden zeer geïnteresseerd in de geschiedenis van hun eigen dorpen. In 2009 gaf Giel aan, ook graag een boek van Beringe te willen hebben, net zoals dat van Egchel “Van Achell tot Egchel”. Na even nadenken besloot ik om mijzelf uit te dagen. Hoofdreden was dat mijn moeder hier geboren is en er veel voorouders
hebben gewoond. In 2010 werd dit concreet gemaakt en kwam er een kleine werkgroep bij elkaar in Egchel.
Ondergetekende zou de geschiedenis uitzoeken van Beringe en deze in elkaar steken. De werkgroep vanuit de Dorpsraad Beringe ging interviews afnemen. (Zij worden allen genoemd op blz. 403.) Van Beringe waren reeds diverse boeken verschenen. Mede daarom heb ik mij beperkt tot de oude geschiedenis van Beringe, de inwoners, straten, boerderijen e.a. gebouwen. De ingebrachte informatie van de interviews is hierin verwerkt. Opvallend was dat veel informatie uit de interviews hetzelfde was. Vooral landbouwers uit vroegere jaren hadden een gelijksoortig gemengd bedrijf. Zij waren veelal zelfvoorzienend. Na enkele jaren haakten enkele personen af. Een veel gehoorde redenatie, ook van inwoners was: “Wat duurt dat toch lang”. Echter om een geschiedenis van zes eeuwen Beringe met veel liefde en passie te beschrijven; dat heeft zijn tijd nodig. Lange tijd waren Giel Kessels en Arno Bos mijn linker- en rechterhand. Na het overlijden van Giel in 2017 kwamen Johan Kessels en Sjraar van Horen erbij. In het laatste jaar groeide de werkgroep en werd er veel informatie en documentatie opgehaald. Zij allen worden, evenals de interviewers, genoemd in de verantwoording. Ook het enthousiasme in Beringe werd merkbaar groter. Zonder iemand tegen het hoofd te willen stoten, wil ik toch een drietal personen extra benoemen en bedanken. De inzet van Sjraar van Horen en Sjraar Peeters is erg groot te noemen bij het verwerven en aanleveren van documentatiemateriaal. Daarnaast dient ook Arno Bos genoemd te worden. Los van het aanleveren van documentatie en het samen met Giel interviews afnemen bij Beringse (oud)inwoners, hield hij zich 11 jaar bezig met het inkorten en bewerken van de taal.
Waar is dan 12 jaar aan gewerkt? Er wordt een beschrijving gegeven van: 325 panden, 127 straat- en veldnamen, waarvan 23 hoofdstraten, 30 bijnamen en de Noordervaart. Het boek bestrijkt een periode van 1364 t/m ca. 1960-’65. Dit alles rijk geïllustreerd met 1.385 kaarten en foto’s. Verder ligt mij zeer aan het hart, dat in dit boek ook alle 30 oorlogsslachtoffers
zijn beschreven. Als u het boek doorneemt, zult u zien dat vele generaties voor ons hier hebben gewoond. Ook na ons zullen er nog veel generaties komen. Wij zijn slechts passanten. Geschiedenis is van iedereen en wij maken hem samen. Hoe mooi is het om dit alles te kunnen delen in “Van Bieringen tot Beringe”.
Het volgende toepasselijke gedicht inspireerde mij bij het beschrijven van alle panden:
“Dit is mijn huis en toch niet mijn. Degene die na mij komt,
kan het slechts lenen. En zal het aan een derde doorgeven. Hij
kan het slechts hebben voor zijn leven. De vierde draagt men uit
dit huis, zeg wie behoort nu eigenlijk dit huis”?´
Henk Thiesen.
Het boek is nog verkrijgbaar bij de Dorp Coöperatie Beringe, zie hun website.